5. Energiezuinige ventilatie

Ventilatie is noodzakelijk voor een gezond binnenklimaat. Een gebouw moet continu geventileerd worden om de vervuilde en vochtige binnenlucht naar buiten af te voeren en verse lucht binnen te laten.

Bij slecht geventileerde gebouwen is vaak condensvorming zichtbaar aan
de binnenzijde van het glas en schimmelvorming in hoeken van de kamers. Ventileren is iets anders dan luchten. Luchten (of spuiventilatie) gebeurt door de ramen open te zetten. Dat is tijdelijk, bijvoorbeeld als je iets hebt gebakken en je wilt daarna snel van de vettige lucht en bakgeur af. Ventileren gebeurt via kozijn- of glasroosters en in oudere gebouwen via permanent openstaande klepramen.

De afvoer van de lucht verloopt via natuurlijke trek richting een opening in de daartoe bestemde ventilatieschacht (meestal in badkamer en toilet) naar boven toe, het gebouw uit. Met deze manier van ventileren wordt de lucht niet altijd voldoende ververst, maar dat wordt meestal gecompenseerd doordat in de gevelaansluitingen veel kieren aanwezig zijn zodat via infiltratie (tocht) alsnog voldoende verse lucht binnenkomt.

Via de ventilatie gaat ook de warmte verloren. In gebouwen vanaf de jaren ’70 werd mechanisch afgezogen door bovenop de ventilatieschachten, op het dak, een ventilator te plaatsen. Deze ventilatoren zijn vaak minder efficiënt. Ze gebruiken relatief veel elektriciteit en in de loop der jaren worden ze op vol vermogen afgesteld omdat de onderste woningen in het gebouw anders te weinig ventilatie ervaren en/of doordat er in de loop der tijd ook afzuigkappen op deze schacht zijn aangesloten en/of gaten in de schacht zijn gemaakt.

Moderne ventilatoren zijn toerengeregeld, waardoor ze minder stroom verbruiken. Ze kunnen bovendien ook drukgeregeld uitgevoerd worden, waardoor de ventilatie van de ene woning geen invloed heeft op de andere woning, grenzend aan dezelfde ventilatieschacht. Dit levert meteen een enorme besparing in elektriciteitsverbruik en warmteverlies op.

Nog een stap zuiniger is om de ventilatieafvoer sensor-gestuurd te maken. Dan wordt in de woningen een sensorgestuurde klep of rooster aangebracht die reageert op CO2 of vochtgehalte in de lucht. De toevoer van verse lucht kan geregeld worden via ventilatieroosters die reageren op de winddruk, waardoor ze automatisch de ventilatieopening verkleinen als het harder gaat waaien. Ook kunnen ventilatieroosters (opgenomen in de kozijnen) sensor gestuurd uitgevoerd worden. Door deze vraagsturing wordt niet meer geventileerd dan nodig.

Nog een stap energiezuiniger is om de warmte die met de afgevoerde binnenlucht wordt afgezogen via een warmtewisselaar de toevoerlucht te laten opwarmen. Dat kan via een centraal systeem op het dak, of door middel van een individueel systeem dat in de woningen wordt aangelegd. Dit systeem heet balansventilatie en dat wil zeggen dat de luchtdruk in de woning in balans is; er wordt evenveel lucht aangezogen als er wordt afgezogen. Bij alle andere systemen ontstaat onderdruk in de woning.

Voordelen

  • Wanneer de VvE het gebouw goed gaat isoleren wordt het ook kierdichter gemaakt. Daarom is het nodig om mechanisch te gaan ventileren en zoals hierboven geschetst zijn er verschillende manieren om dat energiezuinig uit te voeren. Het grote voordeel is dat de woning altijd voldoende geventileerd wordt, dat er veel minder of geen ervaring is van tocht, dat de was die in de badkamer hangt sneller droog is en er geen schimmel kan ontstaan en bovenal dat de binnenlucht gezond is.
  • Een bijkomend voordeel is de vermindering van geluidsoverlast van buiten.

Belangrijkste aandachtspunten

Hoe efficiënter en hoe meer gebalanceerd het systeem, hoe meer impact de aanleg ervan heeft op het interieur van bestaande appartementen. Het balansventilatiesysteem is het meest ingrijpend. Niet alleen de ventilatieafvoer moet worden aangelegd naar badkamer, toilet en keuken, maar ook de toevoer van de verse (voorverwarmde) lucht wordt aangelegd naar de overige verblijfsruimtes in het huis. De balansventilatiebox zelf is relatief groot, zeker ook omdat er geluidsdempers op moeten komen. Laat een plan maken voor het hele gebouw door een installatieadviseur. Een dergelijk expert is ook in staat te helpen met de afweging voor de keuze van het meest geschikte systeem.

Wanneer de VvE overstapt op lage temperatuur verwarming is het extra belangrijk om ook de ventilatie vraaggestuurd uit te voeren en de eventuele zelfregelende roosters in de raamkozijnen zo aan te laten brengen dat de lucht zo gelijkmatig mogelijk binnenkomt. Zo hoog mogelijk en bij voorkeur via roosters die de luchtstroom naar boven buigen. Het lage temperatuur verwarmingssysteem heeft minder vermogen om de koude lucht die binnenkomt via de roosters snel op te warmen.

Meer informatie

Voor meer informatie zie Milieu Centraal:

https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/ventilatie/

https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/ventilatie/slim-en-energiezuinig-ventileren/