4. Energiezuinige ramen

Via de ramen gaat de meeste warmte verloren omdat het isoleren van glas en kozijnen technisch een stuk ingewikkelder is dan het isoleren van dak, vloer en muur. De kozijnen moeten open kunnen en zo slank mogelijk uitgevoerd, maar tegelijkertijd het gewicht van het glas kunnen dragen. En het materiaal glas isoleert van zichzelf zeer slecht.

Ook dubbel glas heeft nog steeds een matige isolatiewaarde. Vandaar dat modern HR++ en trippel glas wordt uitgevoerd met een ingespoten gasvulling tussen de glasplaten, die de warmteoverdracht sterk vermindert. En de moderne kunststof of aluminium of stalen kozijnen worden uitgevoerd met een zogenaamde ‘koudebrugonderbreking’.

Isolerende luchtkamers, of harde schuim- of kurklagen die de goede geleiding van het PVC, het aluminium of het staal onderbreekt. Daarmee halen deze goed geïsoleerde profielen ongeveer dezelfde isolatiewaarde van een wat dikker houten kozijn. En het supergoed geïsoleerde trippel glas heeft uiteindelijk dezelfde isolatiewaarde als een matig geïsoleerde baksteen gevel. Dat illustreert een beetje de beperkingen van de techniek. Maar via onze ramen kijken we graag naar buiten en komt het daglicht de woning in. Bovendien hebben we in het voor- en naseizoen juist voordeel van de matig isolerende werking van onze energiezuinige ramen: bij zonneschijn warmen de woningen dan extra op via de raamoppervlakken in de gevels en daardoor hoeven we minder te stoken.

Kortom: het loont om de raamkozijnen en het glas te vervangen, zeker als de
raamkozijnen aan vervanging toe zijn.

1. Vervangen van kozijnen (en glas)

Wanneer de VvE besluit om de kozijnen te vervangen is het belangrijk om kozijnen met dubbele kierdichting te kiezen. Die zijn relatief duurder, maar ook via goede kierdichting bespaar je energie en bovendien zorgt het voor verbeterd comfort. Het helpt om een meerpuntssluiting op de te openen delen te zetten. De plaatsing van het raamkozijn in de gevelopening moet ook kierdicht uitgevoerd worden. Een minimale eis bij de aanbesteding zou kunnen zijn luchtdichtheidsklasse 2 (goede luchtdichting). De plaatsing van de kozijnen gebeurt dan extra zorgvuldig, met compressieband en eventueel rondom afplakken van de aansluiting. Het goed kierdicht maken van het gebouw hangt sterk samen met het ventilatiesysteem. Er kan niet meer volstaan worden met ventilatie via natuurlijke trek of een buisventilator. Zie voor meer informatie Hoofdstuk 5: Energiezuinige ventilatie.

2. Vervangen van alleen het glas

Wanneer de kozijnen nog in heel goede staat zijn of bijvoorbeeld monumentaal, dan wil de VvE ze misschien liever niet vervangen. In dat geval kan er gekozen worden voor het plaatsen van HR++ glas in de bestaande kozijnen. De bestaande kozijnen zijn meestal niet sterk genoeg voor de plaatsing van trippel glas, maar er is tegenwoordig HR++ glas met een Ug-waarde (isolatiewaarde) van 0,8 en dat is nagenoeg even goed als trippel glas. Daarnaast is er nog de mogelijkheid om voor dunner vacuüm glas te kiezen. Dit heeft exact dezelfde U-waarde als trippel glas. Het is wel (nog) een stuk duurder.

In gebouwen uit begin 20-ste eeuw werden vaak glas-in-lood ramen opgenomen. Deze details zijn beeldbepalend voor de straatgevel en sfeerbepalend voor het huis maar zijn vaak door achterstallig onderhoud en enkel glas ook grote warmtelekken. De glas-in-lood ramen kunt u laten plaatsen in dubbel glas. Ook kunt u in geval van goed onderhouden glas-in-lood gebruik maken van achterzetramen.

Let bij het vervangen van het glas ook op verbetering van de kierdichting. Kieren tussen raam en kozijn kunnen worden verholpen door een tochtprofiel in te laten freesen. Aan de onderzijde van deuren kan een borstelprofiel de tocht verminderen. In oudere gebouwen zijn ook vaak kieren ontstaan tussen de kozijnen en de gevelstenen.

Voordelen

  • Afhankelijk van de huidige isolatiewaarde van de kozijnen en het glas kan met het energiezuiniger maken van de ramen veel warmteverlies voorkomen worden.
  • Een bijkomend voordeel is de vermindering van geluidsoverlast van buiten.

Belangrijkste aandachtspunten

  • Probeer voor een goed resultaat een isolatiewaarde aan te houden van minimaal Uf ≤ 1,5 voor de kozijnen en Ug ≤ 0,7 voor het glas. Dit sluit ook aan bij de subsidievoorwaarden voor een Zeer Energiezuinig Pakket van RVO. Hiermee is de VvE voorbereid op een aardgasvrije warmtevoorziening en ook de mogelijkheid om met lage temperatuur te gaan verwarmen ligt open.
  • Kies voor kozijnen met een kwaliteitskeurmerk. Zie voor meer informatie Milieu Centraal: www.milieucentraal.nl/in-en-om-het-huis/verbouwen/kozijnen-vervangen/
  • De kozijnen zijn een belangrijk onderdeel van de buitengevel. Wanneer u de gevels gaat na-isoleren dan is het zaak om goed op te letten dat deze isolatie goed (kierdicht) aansluit op de isolatielijn van de kozijnen. De gevel kan aan de binnenkant of aan de buitenzijde geïsoleerd worden. Voor meer informatie zie Hoofdstuk 3: Gevelisolatie.
  • Via de ramen komt gratis warmte van de zon binnen, zoals eerder genoemd
    is deze passieve opwarming vooral welkom in de jaargetijden waarin het buiten kouder is dan kamertemperatuur. In de zomermaanden kan deze opwarming heel vervelend worden. Met HR++ of trippel glas heeft u minder last van opwarming, relatief, maar het is nog steeds nodig om de warmte zoveel mogelijk buiten te houden door zonwering aan de buitenzijde van de ramen aan te brengen. Daarmee wordt het grootste deel van de warmte buitengehouden, mits u de ramen en deuren dicht houdt overdag. Daarnaast helpt het om de ramen tegen elkaar open te zetten in de nacht en de vroege ochtend, wanneer de buitentemperatuur lager is dan kamertemperatuur. Ook kunt u kiezen voor glas met een zonwerende folie of coating, maar let hierbij goed op de verhouding tussen de zontoetredingsfactor (ZTF) en de lichttoetredingsfactor (LTF) van het glas. Bij een lagere zontoetredingswaarde zal ook de lichttoetreding verminderen.

<< Terug naar hoofdstuk 3: Gevelisolatie

>> Verder naar hoofdstuk 5: Energiezuinige ventilatie